Jarige Spikerpakkenband nog vol ambities
Zaterdag viert de Spikerpakkenband dat ze het al tien jaar uithoudt, met een concert met de Josti Band in De Wier in Ureterp. Wat begon als een aardigheidje, groeide uit tot een familiebedrijfje met aanzien. De jeugdbrassband, die steevast in spijkerbroek en -jas optreedt, maakte naam tot ver buiten Friesland.
Door Hilco Wagenaar
URETERP - Dirigent en oprichter Sytze van der Hoek noemt het wonderlijk dat deze jeugdbrassband het al tien jaar uithoudt. Dat is te danken aan een hechte band die tussen de bandleden is gegroeid.
Orkest en dirigent willen echter meer. "It like de jeugd fan de orkesten, dy't ik doe dirigearre wolris aardich ta om meielkoar te spyljen,"1) vertelt dirigent Sytze van der Hoek (34) uit Ureterp over de oprichting. "En dan meidwaan oan in konkoers om ris te sjen hoe heech as se skoarre koenen. Der moast al wat op it spul stean, no? Wy hawwe in pear kear repetearre en doe behellen wy in earste priis mei lof. Dat hie de jeugd noch nea meimakke." 2)
"No wie it resultaat net iens sa wichtich, hear. Folle moaier wie it plezier dat wy hienen. Nei it konkoers die bliken dat se meielkoar spyljen bliuwe woene. Dat hawwe wy doe dien. Earst as projektorkest en letter as selstannige brassband."3)
Volgens Van der Hoek is het de onderlinge hechte band die het orkest zo bijzonder maakt. "It is in echt famyljebedriuw. It binne net allinich de optredens, mar it is ek de ûnderlinge omgong. Sa kin it gebeure dat wy nei in optreden meielkoar de diskoteek ynstrune."4) Ook de drang om te presteren, bindt de leden. "De jeugd is bloedfanatyk. Dat stimulearret. De wenkeamer dan myn hûs is mear yn gebrûk as repetysjeromte as dat myn frou en ik der sitte."5)
De speciale band die Van der Hoek heeft opgebouwd met 'zijn' Spikerpakkenband weerhoudt hem er niet van om het orkest serieus te benaderen. "Der moat prestrearre wurde en om dat te berikken moat der wat gebeure. Muzikanten dy't eder mei de pet nei goaie, kinne wy nety brûke. Yn potinsje hawwe wy in orkest dat it minimaal oant de Fryske subtop skoppe kin. Dat kostet in soart tiid en ynspanning."6) Van der Hoek krijgt daardoor wel eens scheve gezichten van de muziekverenigingen waarvan Van der Hoek jeugd betrekt. "Se binne bang dat ik leden fan harren stel. Dat fyn ik wolris spitich, want sa wurket it net. By de Spikerpakkenband wurdt de jeugd op in heger nivo brocht. Dêr profitearret sa'n eigen ferieniging ek wer fan."7)
De Spikerpakkenband boekte al ral van successen, zoals het behalen van de nationale titel tijdens de brassbandkampioenschappen in 1992 en 1996. Een optreden dat veel indruk op Van der Hoek heeft gemaakt, is de deelname aan het Wereld Muziek Concours (WMC) in 1997. "Wy moasten as alderearste oan de bak en wy spielen geweldich. Mar it WMC duorret fjouwer wike en as jo dan as earste spylje moatte, skoarre jo noait bot. Dêr baalde ik doe wol fan, mar efterôf bin ik grutsk op ús prestaasje."8)
Van der Hoek wil in 2001 nogmaals schitteren met de Spikerpakkenband op het WMC. Ook droomt de Ureterper van een toernee door Engeland of Zwitserland. Toch heeft Van der Hoek ook nog andere, meer persoonlijke ambities. "It is net dat ik fuort gean, mar ik ha noch oare ambysjes. De leden witte dat. Dêrom sille wy de kommende tiid mear wurkje mei gastdiriginten. Fryslân soe dêr folle mear foar iepen stean moatte."9)
1) Het leek de jeugd van de orkesten die
ik dirigeerde wel eens aardig toe om met elkaar te spelen.
2) En dan meedoen aan een concours om eens te kijken hoe hoog ze zouden scoren. Er moest wel wat op het spel staan, nietwaar? Wij hebben een paar keer gerepeteerd en toen behaalden we een eerste prijs met lof. Dat had de jeugd nog nooit meegemaakt.
3) Nu was het resultaat niet eens zo belangrijk, hoor. Veel mooier nog was het plezier dat we hadden. Naar het concours bleek dat ze met elkaar wouden blijven spelen. Dat hebben we toen gedaan. Eerst als projectorkest en later als zelfstandige brassband.
4) Het is een echt familiebedrijf. Het zijn niet alleen de optredens, maar het is ook de onderlinge omgang. Zo kan het gebeuren, dat we na een optreden met elkaar de discotheek opzoeken.
5) De jeugd is bloedfanatiek. Dat stimuleert. De woonkamer van mijn huis is meer in gebruik als repetitieruimte dan dat mijn vrouw en ik er zitten.
6) Er moet gepresteerd worden en om dat te bereiken moet er wat gebeuren. Muzikanten die er met de pet naar gooien kunnen we niet gebruiken. We hebben een orkest dat het potentieel minimaal tot de friesche subtop schoppen kan. Dat kost een hoop tijd en inspanning.
7) Ze zijn bang dat ik leden van hen steel. Dat vind ik wel eens spijtig, want zo werkt het niet. Bij de Spijkerpakkenband wordt de jeugd op een hoger niveau gebracht. Daar profiteert zo'n eigen vereniging ook weer van.
8) Wij moesten als allereerste aan de bak en we speelden geweldig. Maar het WMC duurt vier weken, en als je dan als eerste moet spelen, dan scoor je nooit echt. Daar baalde ik toen wel van, maar achteraf ben ik erg groots over onze prestatie.
9) Het is niet dat ik weg ga, maar ik heb nog andere ambities. De leden weten dat. Daarom zullen we de komende tijd meer met gastdirigenten gaan werken. Friesland zou daar veel meer voor open moeten staan.